Er zullen weinig jachten zijn waarop geen voorraadje blikken
aanwezig is voor het geval dat een tocht langer duurt dan verwacht. Terecht,
want een betere reservevoorraad is haast ondenkbaar: blikvoer hoeft niet
in de koelkast, heeft bijna het eeuwige leven en kan in zware omstandigheden
zowel warm als koud gegeten worden.
De eisen die gesteld worden aan de inhoud van een kleine blikvoorraad zijn
minimaal: alles is goed, zolang het maar voedzaam is. Het wordt echter anders
wanneer het gaat om grote voorraden blikken die regelmatig deel uitmaken
van de maaltijd, zoals te vinden aan boord van jachten die een oceaanoversteek
voor de boeg hebben. Deze jachten slaan de blikken vaak ter plaatse in en
dan is het te hopen dat ze op de hoogte zijn van een gouden regel: koopt
eerst één ‘proef-blik’ voordat gij er twintig
van aan boord haalt!
In Portugal, waar we helaas nog niet van deze regel op de hoogte waren,
laadden we twee winkelkarren vol met blikken sperziebonen, doperwten, kapucijners,
knakworsten en nog veel meer. Na een dag stouwen hadden we blikvoer voor
een halfjaar aan boord van de Ritme weggeborgen. Toen we eenmaal aan de
blikvoorraad begonnen, drong de fout die we hadden gemaakt onverbiddelijk
tot ons door: de inhoud van een groot aantal blikken was, ondanks de bijzonder
smakelijk ogende foto’s op de wikkels, zo papperig of zout dat we
er de rest van de wereldomzeiling over hebben gedaan om ons ertoe te zetten
ze leeg te eten. En nog steeds staan er drie blikken in het keukenkastje
te wachten tot ze over de datum heen zijn, zodat ze met een schoon geweten
kunnen worden weggegooid, ténzij we ze op een eerder tijdstip kunnen
weggeven aan toekomstige oceaanzeilers, om hen te overtuigen van het nut
van proef-blikken.
|
|
Blikvoorraad onder de vloer in de kajuit |
|