verschenen in Zeilen, juni 2003 |
|
Opgroeien
op de oceaan |
|
|
|
In 1999 vertrok de Ritme, een stalen
Koopmans 33, voor een reis rond de wereld. Aan boord Erna Vader, Olav Cox
én dochter Vera, toen vijf maanden oud. Vorig jaar keerden ze terug
in ons land. Veel gestelde vraag is natuurlijk: hoe is dat, met een kind
de wereldzeeën over? |
|
|
"Ja, Vera gaat ook mee. Nee, we hebben nog nooit gezeild
met een baby. Ze is er nog maar net!" Antwoorden op vragen van verbaasde,
soms zelfs verontwaardigde mensen die horen dat we met een baby van vijf
maanden de wereld willen rondzeilen.
Wie afwijkt van het gebaande Nederlandse pad ondervindt weerstand. "En
die kleine Vera dan! Mag je haar wel ongevraagd meeslepen in zo’n
avontuur? Op zo’n klein bootje, en dan in een storm? Komt ze wel genoeg
kinderen tegen? Hoe zal ze zich ontwikkelen?"
We weten het ook niet precies, maar hebben geprobeerd ons goed voor te bereiden,
veel te lezen en te praten met andere zeilers met kinderen. We geloven in
de reis en zien vooral ook de positieve kanten voor Vera. We maken de keuze
om Vera samen te zien opgroeien. Drie jaar lang, haar jongste jaren waarin
contact met ouders zo belangrijk is, heeft ze zowel haar vader als haar
moeder om zich heen. Jaren met warm zwemwater, mooie strandjes, exotische
mensen, weinig auto’s, geen tv, veel aandacht en wonderlijke dieren. |
|
Olav laat Porto Santo, de eerste eilandengroep
buiten Europa, aan Vera zien. |
|
|
|
Leven onder helling Bij
Vlissingen zeggen we Nederland gedag en gaan voor het eerst met baby Vera
de zee op. Flink wennen met zo’n extra bemanningslid. De bedoeling
is dat we op zee ‘s nachts om beurten slapen, terwijl de ander zeilt
en wacht houdt. Een leuk systeem, maar dan moet er geen baby zijn die
alleen maar bij mij in bed wil slapen. Thuis was dat wel gezellig, maar
nu is het erg onhandig. We proberen er een draai aan te geven, maar het
resultaat na een paar dagen zeilen is dat Olav de hele nacht wacht houdt
en ik met Vera in bed wakker lig.
Op de ochtend van de derde dag kom ik met Vera naar buiten en rolt Olav
oververmoeid van weer een hele nacht wacht houden in zijn bed. Al gauw
huilt Vera om melk. Zeiljack en fleece uit, Vera opgerold in een dekentje
aan de borst. Wat voel ik me onhandig. Zeilen stellen of koers houden
lukt me bijna niet, Vera huilt vanaf de seconde dat ze op het brugdek
wordt weggelegd. Ik kan nog geen boterham smeren! ‘Doe alles wat
je doet met aandacht’, probeer ik nog te denken. Maar kijk nou hoe
we hier zitten, hoe kunnen we ooit zo de wereld rond? Ik word er gek van,
alle tijd is Vera-tijd. Ik voel me gekluisterd, kan geen kant op. Het
moet veranderen, en wel nu! Vera, bijna een half jaar oud, zal moeten
leren alleen te slapen. Hup, de hondenkooi in, oren dicht. Buigen of barsten,
zo kan het niet langer. De eerstvolgende uren slaapt er door het luidkeelse
gekrijs niemand, maar 's middags is onze matroos zo moe, dat ze haar verzet
staakt en met haar knuffels inslaapt. Eindelijk is er tijd voor mezelf.
Ik geniet en voel me ontspannen. Maar juich te vroeg. |
|
Alle tijd is Vera-tijd. Ze wil niet slapen,
maar vastgehouden worden, continu lichaamscontact, alle zorg en
alle aandacht. |
|
|
|
Onbalans in ons gezin Tijdens
de Atlantische oversteek, maanden later, zijn we nog steeds aan het zoeken
naar slaap, tijd en evenwicht. We proberen de zorg voor Vera zo goed mogelijk
samen te delen, maar op deze jonge leeftijd zijn vader en moeder nog niet
uitwisselbaar. ‘Een baby is makkelijk: pappen en drooghouden’,
schreef een medezeiler eens. Het gaat voor Vera echter niet op. Ze wil niet
slapen, maar vastgehouden worden, continu lichaamscontact, alle zorg en
alle aandacht. Het liefst aan de mamaborst. Ik kom daardoor amper aan het
zeilen toe! Vroeger zeilden we samen, maar nu komt dat bijna helemaal op
Olav neer. Die enkele keer dat ik er mee bezig ben zit ik op het brugdek
om schoten te bedienen terwijl Olav een zeil wisselt. En ondertussen breekt
mijn moederhart doordat Vera, die uit veiligheidsoverwegingen binnen is
gebleven, wanhopig ligt te krijsen dat ze niet alleen wil zijn. Ik kom zo!
In de Carieb bereikt de onbalans binnen ons gezin het hoogtepunt. Bekaf
realiseren we ons dat dit absoluut niet is wat we ons van oceaanzeilen met
een kind hadden voorgesteld. Gaan we door het Panamakanaal, of draaien we
om? Het verblijf in Martinique maakt ons niet positiever. Er is geen vakantiegevoel,
we ontwijken de ene na de andere regenbui. Vera wordt ziek, spuugt alle
schone was onder en gaat prompt aan de diarree. Onze hoofden ontploffen
door zorgen over Vera, communicatie, afspraken met bezoek, de sfeer, over
hoe en óf we verder moeten. We reageren de stress die we voelen op
elkaar af; een mislukte overstagmanoeuvre of een touw in de schroef zijn
prima aanleidingen voor een stevige ruzie. Maar na een paar weken uitrusten
gaat het beter. We ontspannen. De Carieb laat z’n mooie kanten zien
en het weer is zalig. Vera maakt een groeisprong en wordt in korte tijd
veel zelfstandiger, waardoor Olav en ik de zorg voor haar meer kunnen delen.
Ze lijkt haar plaatsje binnen ons jonge gezin te hebben gekregen. En er
verandert meer. We realiseren ons dat we niet meer spelen dat we op reis
zijn, met een soort continu vakantiegevoel, maar dat het boordleven echt
ons nieuwe leven is geworden. En ondanks alle strubbelingen kunnen we niet
ontkennen dat we er intens van genieten. Het valt blijkbaar niet mee om
én te wennen aan het ouderschap, én een nieuwe levenstijl
aan te meten én een eerste oceaanoversteek te maken. We zijn klaar
voor de uitdaging van het Panamakanaal. |
|
|
|
Goed ingespeeld Een
maand of negen na vertrek komt de echte rust binnen ons gezin. Het zeilen
op de Pacific, samen met dreumes Vera, is fantastisch. We zijn inmiddels
goed ingespeeld op elkaar en op de boot, en leven in het ritme van de oceaan.
De nachten zijn kalm, Vera slaapt in haar eigen bedje, en we kunnen ons
wachtsysteem van drie uur op, drie uur af in praktijk brengen.
Het kleuren van de oostelijke horizon kondigt het ontwaken van de dag aan.
Liggend op het brugdek wacht ik op het wakker worden van Vera en neem haar
bij me als ze ‘mama’ roept. Samen liggen we onder het laken
en genieten van de fles melk en een boekje. Olav laten we nog even slapen
tot we gaan ontbijten en het boordleven op gang komt. De dag vult zich met
maaltijden, praten, uitrusten en bezigheden met Vera. We lezen voor en zingen
met haar. Vera tekent, speelt met haar knuffels, of bouwt met duplo. Vanwege
het gebrek aan zoet water vullen we het bad af en toe met zeewater en zetten
het in de schommelende kuip. Urenlang is ze zoet met flesje vullen, leegkiepen
in een bekertje, bekertje leeggooien en weer flesje vullen. Eindeloos. Dit
is het oceaanzeilen zoals we ons dat hadden voorgesteld. De Ritme
wiegend op het water en wij genietend van ons kind en elkaar. |
|
Haren wassen op de oceaan. |
|
|
|
Storm Storm zoek
je niet op: het hoort bij het oceaanleven. En zolang alles heel blijft,
levert een storm weinig problemen op, ook niet met een kind aan boord. Een
slechte onderlinge sfeer is veel gevaarlijker.
Een dag na ons vertrek vanuit Reunion naar Zuid-Afrika slaat het weer tegen
de verwachtigen in volledig om. Een grijze wolkenband in de lucht, waarachter
het niet opklaart, kondigt het onheil aan. Twee dagen lang liggen we binnenin
de boot de storm uit. Vermoeiend, temeer we nog niet ingeslingerd zijn,
ik in het begin van een reis slecht slaap en we Vera bij ons hebben. Wanneer
de oceaan dat van je vraagt, zou je het liefst de dag rustend willen doorbrengen,
al dan niet met een goed boek. Maar met een kind gaan de verzorging en het
spelen gewoon door. Moeten gewoon doorgaan. Dus worstelen we samen met luiers,
en maken de melk op tijd. Waarbij het de kunst is om op het goede punt van
de golf een klots kokend water in de fles te krijgen. Terwijl wij ons druk
maken over zes schepjes poedermelk, zonder knoeien, zit Vera lekker te spelen.
Zij heeft zo laag op de vloer nergens last van. Bang is ze ook niet, zelfs
niet wanneer de Ritme gigantische dreunen krijgt. Zolang wij niet
angstig zijn, vindt ze het allemaal best. Wanneer Vera op de vloer is uitgespeeld,
ligt ze bij ons, en lezen we voor of vertellen haar met de knuffels een
verhaal. Het is leven op een laag pitje, maar gelukkig duurt een storm zelden
echt lang. |
|
Oceaanzeilen zoals we ons dat hadden voorgesteld.
Wij genietend van ons kind en van elkaar. |
|
|
|
Ontmoetingen op reis "Hoe
komt het dat ze geen oorringetjes heeft, het is toch een meisje?" Op
de Galapagos Archipel doen ze dat blijkbaar anders, een mooie aanleiding
voor een leuk gesprek.
Vera maakt het contact met de plaatselijke bevolking gemakkelijker. Ze krijgt
op de markt altijd wel een banaan en een vriendelijke lach. De inklaringsambtenaar
bij het Panamakanaal straalt wanneer hij Vera ‘pamama’ hoort
brabbelen. Hij vertelt trots over zijn even oude zoontje en de formulieren
zijn snel in orde.
Soms maken we bewust gebruik van de reacties op Vera. Bij Santa Lucia, een
Caribisch eiland, blijven we na het uitklaren toch nog maar een dagje liggen
in een mooie baai. Een douaneman betrapt ons en vraagt nors wat we nog op
zijn eiland doen. Opnieuw in- en uitklaren, dat gaat dollars kosten! Maar
Olav wijst op Vera: "Heeft u die wind en golven buiten gezien? Dat
is toch onverantwoord, met zo’n kleintje!" De man ontdooit en
begrijpt. "Take good care, son!"
Ook is het Vera waardoor ik, samen met een medezeilster, een ‘Jardin
Infantil’ mag bezoeken op de armoedige Kaap Verden. We worden vriendelijk
ontvangen en de trotse leerkracht vertelt over de kinderen en laat het schooltje
zien. Een paar lege betonnen lokaaltjes. In een hoek staat één
kast met vijf boeken, een pop en een stapeltje papier. Dat is het dan. Het
verwart me; hoe is het mogelijk dat één kind in het westen
meer heeft dan deze hele school?
Op de Marquesas, een paradijslijke eilandengroep in de Pacific, nodigen
twee kinderen ons uit om bij hen thuis langs te komen. Zo komen we in contact
met hun moeders, die aanbieden spullen te ruilen. Te kleine babykleertjes
en rollen koekjes vinden gretig aftrek. Vera krijgt een zelfgemaakte ketting
en wij zijn blij met tassen vol sinaasappels en pompelmoezen, vers van de
boom geplukt. Wat kan het leven toch eenvoudig zijn. |
|
|
|
Spontane kinderen Regelmatig
ontmoeten we andere boten met kinderen. Onze ervaring is, dat kinderen die
een langere zeilreis maken vaak sociale, spontane kinderen zijn. Kontje
naar achteren, borstje vooruit, een open blik. Ze moeten ook wel, snel contact
maken is nodig op een ankerplaats en verschuilen in de vertrouwde groep
is niet mogelijk. Een gevaar van langdurig zeilen met kinderen, zeker wanneer
ze alleen leven temidden van volwassenen, is goed zichtbaar bij een zevenjarig
jongetje aan boord van een Italiaans jacht. Hij lijkt eenzaam, weet alles
van motorproblemen en praat als een volwassene tussen de volwassenen. Een
kind moet in onze ogen wel kind kunnen zijn.
Boten met wat oudere kinderen nemen een schoolprogramma mee. Vaak neemt
de ene ouder het rekenen op zich, de andere ouder taal. ’s Middags
is vrij om te spelen. Veel ouders ervaren het elke dag drie uur lang lesgeven
als een behoorlijke belasting. Vrienden met twee kinderen breken er zelfs
hun wereldomzeiling af; de combinatie van reizen en les geven blijkt te
zwaar. |
|
|
|
Kleinkind Vera wordt
door medezeilers behoorlijk verwend. En dan vooral door de zeilers met kleinkinderen.
Ze herkennen in Vera een ‘kleinkind’, en als tijdelijke opa’s
en oma’s overladen ze haar met knuffels, video, cadeautjes en aandacht.
De taalbarriere wordt daarbij verrassend snel overbrugd, en Vera’s
Engelse woordenschat breidt gestaag uit. "My name is Vera, two years..."
Haar eigen opa’s en oma’s hoeven Vera gelukkig geen ruime drie
jaar te missen, al is het voor hen moeilijk te accepteren dat we zó
lang zó ver weg zijn. In gebieden waar het kan, zoals de Canarische
eilanden, de Carieb en Nieuw Zeeland komen ze langs. Voor ons, maar vooral
voor hun kleinkind. Bij een ontmoeting heeft Vera even de tijd nodig om
te zien wie er is, maar na een paar minuten verdwijnt de afstand en is het
vertrouwd.
Onderweg maken we regelmatig videofilmpjes, die in Nederland gecopieerd
worden en onder alle familieleden verspreid. Oma geeft schoorvoetend toe
Olav’s technische verhandelingen over het dekbeslag door te spoelen
om sneller bij de opnamen van Vera te zijn.
Foto’s verwerken we in collages, die we als kleurenkopieën naar
vrienden en familie sturen. Uiteraard met veel beelden van mooie stranden,
palmbomen, zwembadblauw water en Vera. Stormplaatjes van grote golven houden
we nog maar even achter, die laten we wel zien wanneer we veilig terug in
Nederland zijn. |
|
Vera wordt door medezeilers behoorlijk verwend.
En dan vooral door zeilers met kleinkinderen. Ze herkennen in Vera
een 'kleinkind', en als tijdelijke opa's en oma's overladen ze haar
met knuffels, video, cadeautjes en aandacht. |
|
|
|
Baby, dreumes, peuter
Vera wordt één jaar op de dag van de milleniumwisselling.
Naarstig gaan we in Martinique op zoek naar speelgoed. Het is allemaal zulke
plastic prut dat we uiteindelijk zelf maar iets maken. Ik maak een tekening
van haar knuffeldieren, Olav zaagt een paar stukken hout en zo knutselen
we een puzzel in elkaar. Vera doet van alles met de stukken, maar er komt
geen puzzel, tot grote hilariteit van Olav. Van het consultatiebureau kregen
we een boekwerk mee, waarin we de ontwikkeling kunnen bijgehouden. Soms
pakken we het boek erbij en kijken of Vera al ‘dada-baba’of
‘gaga’ zegt en of ze misschien al hoort te lopen. Je weet maar
nooit of zo’n bewegende boot daarop veel invloed heeft, en tot onze
grote vreugde zet ze met dertien maanden tussen de kajuitbanken keurig haar
eerste stapjes. Op Grenada vinden we een stukje gras om op vaste grond verder
te oefenen, waarbij we Vera lokken met een knuffelbeer. En twee eilanden
verder stapt ze al aardig rond en maakt het de serveersters op Trinidad
moeilijk. Ze vinden het leuker om met Vera bezig te zijn dan met bedienen.
Op onze kleine zeilboot hebben we natuurlijk niet zoveel ‘echt’
speelgoed, maar voor een kind is alles speelgoed. De hele boot dus, met
alles wat erop en eraan zit. Verder kan Vera van alles met twee vierkante
sjaaltjes: als dekbed gebruiken, knopen in leggen, poppen aankleden, mutsen
maken. Zwemmen met de Tahitiaanse zwembandjes is altijd leuk, net als spelen
op het strand, met ons of met leeftijdsgenootjes. Een feest is ook het zoeken
en kraken van kokosnoten met Olav, om er verse kokoscake mee te bakken.
En vaak roeit ze in de bijboot. Glunderende ogen en veel gespetter met de
peddels. Op de kant is een plastic loopautootje een groot succes en als
Vera daar te groot voor is, dan maken we een ander kind daar weer snel blij
mee. |
|
We geloven in de reis en zien vooral ook de
positieve kanten voor Vera. Drie jaar lang, haar jongste jaren waarin
contact met ouders zo belangrijk is, heeft ze haar vader en moeder
om zich heen. |
|
|
|
Kinderopvang Als
Vera twee jaar is en de contacten met andere kinderen belangrijker worden,
ontdekken we in Nieuw-Zeeland de ‘playgroup’. Een soort kinderopvang,
waarbij moeders bij de spelende peuters blijven en samen koffie drinken.
Vera heeft het enorm naar haar zin. In een grote ruimte vol met fietsjes,
verf, klei, zand en schommels kan ze lekker haar gang gaan. We zien dat
Vera, net als de andere tweejarigen, nog steeds vooral naast andere kinderen
speelt, en niet zozeer met andere kinderen. Vera vindt op de playgroup al
snel een vriendinnetje. Bij haar thuis kijkt ze voor het eerst tv, maar
het boeit haar weinig.
Na Nieuw-Zeeland blijven we zoeken naar speelzaaltjes. Het gaat erg gemakkelijk,
aan wachtlijsten doen ze niet. We lopen gewoon naar binnen en vragen of
Vera mee mag spelen. En anders zijn er de vele speelplaatsen en strandjes
waar altijd kleine kinderen te vinden zijn. Vera is nieuwsgierig naar andere
kinderen, maar ze lijkt het niet erg te vinden ze weer gedag te zeggen en
ankerop te gaan. Zolang de Ritme en haar ouders er maar zijn, voelt
ze zich veilig en vertrouwd.
Op weg naar Zuid-Afrika maken we een korte stop op Rodrigues. Vera gaat
weer naar een schooltje, maar dit keer mag ik er niet bij blijven. Ik blijf
in de buurt en gluur na een uur om de hoek. Alle kinderen staan in schooluniform
keurig in een rij, behalve één... Ons vlindertje dartelt tussen
iedereen door en is nog lang niet uitgespeeld. |
|
Als Vera twee jaar is en de contacten met andere
kinderen belangrijker worden, ontdekken we in Nieuw-Zeeland de 'playgroup'. |
|
|
|
Net voordat Vera vier wordt komen we terug in Nederland.
Een bewuste keuze om juist rond deze leeftijd terug te zijn. En vierjarig
kind is toe aan het uitbouwen van sociale contacten, en heeft behoefte aan
vaste vriendjes en vriendinnetjes om zich heen. Een sociale rol die wij
als ouders niet kunnen invullen.
Het Nederlandse leven went snel, alhoewel een echte deur haar wel een tijd
lang fascineert. En het bedje aan boord van de Ritme blijft favoriet.
Al snel gaat Vera naar school en blijkt een open kind, dat stevig op haar
voetjes staat en gemakkelijk met andere kinderen speelt. Vol trots laat
ze in de klas foto’s van de reis zien en vertelt over de hamerhaai
en zwaardvis die jagen op de tonijnen onder de Ritme. Zal ze zich
dat over een paar jaar ook nog herinneren? |
|
|
|